De witte onschuld van zwarte bladzijden

In plaats van het te hebben over de manier waarop ons verleden doorwerkt in het heden, blijven we steken bij mensen die heel hard schreeuwen dat ze vooral niet schuldig zijn.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Afgelopen weekend besteedde Buitenhof een groot deel van de uitzending aan een van mijn favoriete onderwerpen: de ‘zwarte bladzijden’ van de Nederlandse geschiedenis. Ik was ongeveer drie seconden enthousiast, en toen hoorde ik wie er aan tafel zouden zitten: drie witte mensen, met als enige historicus Taco Dibbits, specialist in zeventiende-eeuwse schilderijen. Oh, en hij is directeur van het Rijksmuseum, een instituut dat is gebouwd op de resultaten van onze historische uitbuiting van mensen van kleur, en daar nog steeds mee pronkt.

Er was geen expert op het gebied van de Nederlandse koloniale of slavernijgeschiedenis uitgenodigd, terwijl dat toch ter tafel lag. Dat het onderwerp vooral gaat over wat witte Nederlanders mensen van kleur hebben aangedaan, weerhield de Buitenhofredactie er niet van om een monochroom gezelschap te kiezen: naast Dibbits zaten Femke Halsema en socioloog Willem Schinkel. Alsof je een Shoahdebat zou houden zonder joodse mensen erbij.

Geobsedeerd door erfschuld

Het gesprek was weinig verheffend. Halsema bleek geobsedeerd door historische ‘erfschuld’, of beter gezegd: ze was geobsedeerd door het idee dat Nederlanders vooral bezig waren met het toekennen van historische schuld, in plaats van met nieuwsgierig zijn. “Wij stellen eerst schuld vast, en daarna zijn we niet meer zo geïnteresseerd in onderzoek.” Uit afkeer daarvan riep ze op geen morele oordelen te vellen:  er zou namelijk te weinig bekend zou zijn over onder meer slavernij en de Indonesische dekolonisatieoorlog. Sterker nog, zij beweerde dat die laatste nu pas voor het eerst echt wordt onderzocht.

Dat was nieuw voor historici, aangezien dat dekolonisatie-onderzoek al in 1947 begon. Een aantal kernpublicaties: Commissie Enthoven (1947), Excessennota (1969), Ontsporing van geweld (1970), en De brandende kampongs van generaal Spoor (2016). Dat laatste boek is een bijna achthonderd pagina’s tellende samenvatting van 70 jaar onderzoek dat volgens Halsema dus nooit heeft plaatsgevonden. Ook aan publicaties over slavernij en andere feitelijke aspecten van kolonialisme is geen gebrek, zoals het prachtige project Mapping Slavery van onder meer Nancy Jouwe en Jennifer Tosch laat zien.

Niet dat we nu alles al weten, historisch onderzoek is natuurlijk nooit echt klaar, maar de grote lijnen zijn bekend. Sterker nog: dat was vaak al zo toen het gebeurde. Max Havelaar werd geschreven ten tijde van het cultuurstelsel, als je iets wilt weten over Nederlandse wandaden in de Indonesische vrijheidsstrijd kun je De Groene Amsterdammer van die periode daarop naslaan, en veroordelende verslagen over de Nederlandse kolonies in de Amerika’s verschenen ook al ten tijde van het trans-Atlantische slavernijsysteem. Zo bezien kun je de tijdgeest moeilijk de schuld geven van misstanden: er zijn altijd mensen geweest die het, ook in die tijd, helder zagen.

Niet feitenkennis maar analyse

Snappen we dat de huidige verdeling van bevolking, macht en kapitaal mede een gevolg is van die historie?

Als de feiten toen al grotendeels bekend waren, zijn ze dat nu helemaal. Het probleem ligt niet in gebrek aan onderzoek, maar in wat wij als maatschappij met die opgediepte feiten en kennis doen. Zien we trans-Atlantische slavernij als een integraal onderdeel van de Nederlandse geschiedenis, die ook nu nog haar sporen achterlaat in de Nederlandse cultuur en mentaliteit? Realiseren we ons dat onze musea vol staan met objecten die we hebben geroofd, of anderszins afgedwongen binnen een koloniale machtsverhouding? Snappen we dat de huidige verdeling van bevolking, macht en kapitaal mede een gevolg is van die historie? En wat doen we met die inzichten?

Dat Halsema om meer feitenonderzoek in plaats van analyse riep is dan ook frappant, maar past goed in een Nederlands patroon: voordat we echt iets kunnen zeggen, hebben we altijd nog weer een extra rapport nodig. Toen de Nederlandse regering vorig jaar wederom geconfronteerd werd met een uitgebreid onderzoek naar de Indonesische dekolonisatieoorlog, was de reactie niet om over te gaan tot herstelbetalingen. Dat doen we niet eens voor mensen die hebben aangetoond dat hun vaders het slachtoffer werden van oorlogsmisdaden van Nederlandse troepen. Nee, de regering riep weer eens een uitgebreid onderzoek in het leven om nog meer ‘feiten’ boven tafel te krijgen – terwijl niet de feiten, maar de interpretatie, het analytisch raamwerk en de conclusies die worden getrokken het probleem vormen. Ook daar lijkt dat NIOD-onderzoek nog weinig aan te veranderen, overigens: het dreigt wederom een manier te worden om de relatieve onschuld van Nederland overeind te houden.

Een Nederlands wir haben es nicht gewußt

En met die onschuld komen we bij het werk van Gloria Wekker, dat bij Buitenhof het hele gesprek in de lucht hing, maar niet benoemd werd. Arnon Grunberg had het er een dag eerder ook al over, en schoof mensen die over ‘witte onschuld’ praten, beginnend fascisme in de schoenen. Zijn ouders praatten namelijk nooit over collectieve schuld van Duitsers, en de jaren dertig nazi’s wel. Kan iemand die Duitsers van nu even vertellen dat ze het nooit over hun historische schuld moeten hebben, volgens mij hebben ze dat niet helemaal meegekregen?

Het zijn frappante reacties op dingen die Wekker nooit heeft gezegd. Zij had haar titel Witte Onschuld bedoeld als een “plagerige samenvatting van de dominante Nederlandse houding met betrekking tot ras”. ‘Onschuld’ was in haar ogen het niet-weten en niet-willen-weten van racisme in de huidige samenleving – een Nederlands wir haben es nicht gewußt. Wekker zegt niet dat er sprake is van (erf)schuld, maar dat doen alsof er niets aan de hand is een element van de hedendaagse Nederlandse mentaliteit is.

Maar in plaats van het over die mentaliteit te hebben, en over de manier waarop ons verleden doorwerkt in het heden, blijven we steken bij mensen die heel hard schreeuwen dat ze vooral niet schuldig zijn, en hun voorouders ook niet, en dat we het überhaupt niet over ‘schuld’ moeten hebben. Want het allerbelangrijkst is natuurlijk niet onrecht en ongelijkheid, hedendaags of historisch, maar de onschuld van ons witte Nederlanders.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons