“We willen dat onze Syrische broeders en zusters teruggaan naar hun land”, deelt de Turkse president Erdogan vanuit zijn presidentiële paleis in Ankara mee, in een toespraak tot de lokale provinciegouverneurs. De inval in Afrin moet die terugkeer waarborgen. Hij stelt het publiek gerust met de mededeling dat het grootste deel van de Syriërs zelf ook heel graag terug wil.
Volgens de Syrische architect Musenna Ghanem (28, net afgestudeerd) zijn er zonder twijfel Syriërs die vrijwillig teruggaan. Controleposten van het Assad-regime vormen echter een obstakel voor de mannen onder hen: bij de posten wordt gecheckt of ze niet in militaire dienst moeten. Laatst was Ghanem op het Syrische consulaat in Istanbul, waar hij een ellenlange rij mannen zag die volgens hem hun militaire dienst afkochten. “Dat doe je alleen wanneer je plannen hebt om terug te gaan”. Volgens Ghanem overwegen veel Syriërs de terugkeer vooral omdat ze in Turkije geen werk kunnen vinden. Ook hij heeft tientallen sollicitatiebrieven verstuurd, zonder succes. “Een Syrische vriend liet me laatst zijn cv zien. Helemaal bovenaan stond: ‘Ik doe alles wat jullie willen.’ Dat tekent toch zijn wanhoop?”
Pronken met veroveringen
“Het is een gebrek aan politieke wil in welvarende landen: zij nemen hun verantwoordelijkheid niet
Maar Ghanem wil onder geen beding terug. Zijn financiële situatie is moeilijk. Een vriend betaalt zijn huur, hij eet vaak bij kennissen. “Maar hier heb ik tenminste vrienden, ik ken bijna niemand meer in Syrië, ik zou geen idee hebben waar ik heen moet.”
Internationale hulporganisaties bestempelen het streven van Turkije om Syriërs te laten terugkeren, als onuitvoerbaar en dus misleidend. In een gezamenlijk rapport concluderen ze dat Syrië nog altijd wordt geteisterd door hevig geweld en bombardementen, en dat burgers er hun leven niet zeker zijn. De organisaties bekritiseren de gedwongen deportaties van Syriërs uit Turkije, maar leggen de schuld niet alleen bij Ankara: “Het is een gebrek aan politieke wil in welvarende landen: zij nemen hun verantwoordelijkheid niet.” Daarmee doelen ze op het niet nakomen van afspraken over het verdelen van Syrische vluchtelingen over Europese landen. De hervestiging van kwetsbare vluchtelingen in welvarende landen kelderde in 2017 met liefst 50 procent.
Vijandigheid
De drie grootste steden van Turkije – Istanbul, Ankara en Izmir – zitten in een lastig parket. Sinds de toestroom van Syriërs naar Turkije voerden ze een genereus beleid: geregistreerde Syriërs mogen werken, komen in aanmerking voor een gratis medische controle, en krijgen boodschappenkaarten met geld erop. Maar de lokale bevolking verzet zich in toenemende mate; vooral de wedijver om banen binnen de informele economie zorgt voor onrust. In een onderzoek constateert de International Crisis Group groeiende vijandigheid jegens Syriërs in de grote steden. Confrontaties tussen de Turkse gastgemeenschap en Syrische vluchtelingen zijn in de tweede helft van 2017 verdrievoudigd ten opzichte van 2016. Istanbul heeft inmiddels een registratiestop van Syriërs gelast.
Smijten met geld
Afgelopen week kondigde EU-commissaris Dimitris Avramopoulos aan dat Turkije het tweede deel van de beloofde zes miljard euro krijgt, alweer bedoeld voor huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Een deel komt uit het EU-budget van de Commissie, de rest moet van de lidstaten komen. En terwijl Ankara klaagt over de trage uitbetaling van de eerste drie miljard, is er gesteggel binnen de EU wie het volgende miljardenfonds gaat bekostigen. Nederland en Duitsland willen niet dat de lidstaten nog meer bijdragen, een opstelling die het gevolg is van de recente diplomatieke geschillen met Turkije. Maar Avramopoulos hamert op de verantwoordelijkheid van de EU-leiders. Hij houdt vol dat er een ‘duidelijke en consistente’ afname is van illegale migratie naar Europa ten gevolge van de deal, en acht de betalingen aan Turkije daarom van groot belang.
“Als je vluchteling bent, bepaalt de staat waar je heen gaat.
Kunstenaar Shahhoud steekt zijn zoveelste sigaret op. Hij beziet de plannen van Turkije om Syriërs naar hun land te laten terugkeren, met grote argwaan. “Als je vluchteling bent, bepaalt de staat waar je heen gaat. Ze controleren je. Eerst moet je naar een kamp, dan naar een door hen aangewezen stad en nu toch maar terug naar Syrië. Ik wil zelf beslissen waar ik heenga.”
Uit cijfers van Frontex blijkt dat het aantal illegale migranten dat in 2017 de EU binnenkwam, 60 procent was gedaald ten opzichte van 2016. Onduidelijk is of deze afname het gevolg is van de Turkije-deal. Al voor die deal sloten Servië, Macedonië en Kroatië hun grenzen voor migranten die niet uit Syrië, Irak of Afghanistan afkomstig zijn. Duizenden mensen strandden in het Griekse Idomenie. Dat zou anderen hebben ontmoedigd die route te kiezen. Weer anderen noemen het geweld in Syrië als belangrijkste factor voor migratie naar Europa.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand