De invloed van de dakloosheid op het leven van mijn vader was gigantisch. Je hebt plotseling geen huis meer, geen dak boven je hoofd, maar ook geen veilig thuis vanwaar je aan een zeker bestaan kunt werken. Ga dan maar eens rustig naar je werk, of een nieuwe baan zoeken, als je geen vaste slaap- en woonplek hebt.
“Gedwongen huisuitzettingen storten mensen in een diepe crisis
Sociale relaties onder druk
“Veel mensen die dakloos worden, weigeren hulp te vragen aan hun vrienden of familie en gaan juist contact vermijden
Ik merkte zelf hoe mijn eigen relatie met mijn vader veranderde. Hij had geen thuis, dus we konden nooit ergens normaal afspreken. Hij had ook geen geld, dus alle vader-zoonactiviteiten moesten on the cheap. Meestal gingen we een middag fietsen door de stad of het Limburgse heuvelland. Ik schaamde me – inmiddels weet ik beter – tegenover vrienden en hield verborgen dat mijn vader dakloos was.
Geveinsde schrik
Politici van de regeringspartijen, waaronder Staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis (ChristenUnie), buitelden over elkaar heen om te benadrukken hoe erg ze wel niet geschrokken waren van deze cijfers. Die schrik moet wel geveinsd zijn geweest. Iedereen die ook maar een beetje bekend is met de materie weet al veel langer dat het aantal dakloze mensen flink in de lift zit. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Gevolg van beleid
Tegelijkertijd begon de politiek met het afbouwen en uithollen van de betaalbare sociale huurvoorraad. Eind jaren tachtig was nog zo’n 40 procent van de woningen in bezit van een woningcorporatie; nu is dat minder dan 30 procent. Dat lijkt misschien een beperkte afname, maar zou nu een verschil van zo’n 800.000 woningen betekenen.
Vooral de afgelopen jaren is flink werk gemaakt van het inperken van de sociale huursector. Zo introduceerde Stef Blok als minister van Wonen (VVD) stevige lastenverzwaringen (de verhuurdersheffing) voor de woningcorporaties. Officieel was deze verhuurderheffing bedoeld om de Staatskas te spekken, maar ze sluit naadloos aan op de langgekoesterde politieke wens om de sociale huursector een kopje kleiner te maken. De Woningwet uit 2015 beperkte daarnaast het speelveld van woningcorporaties tot het huisvesten van de laagste inkomens. Sinds 2013 is daardoor de gereguleerde corporatievoorraad gekrompen met 100.000 woningen.
“Voorheen was volkshuisvesting een voorziening die ook bestemd was voor de middenklasse
Huurregulering en –bescherming zijn afgezwakt. Waar vaste huurcontracten voorheen de standaard waren, is er sinds 2016 meer ruimte voor tijdelijke contracten. Bovendien zijn extra huurverhogingen mogelijk gemaakt. Liberaal woonbeleid heeft de machtspositie van de verhuurder versterkt ten opzichte van de huurder. Het logische gevolg is meer woononzekerheid.
Dit alles telt op tot een omvangrijke herstructurering van de sociale huur. Voorheen was volkshuisvesting een brede voorziening, dat wil zeggen: ook bestemd voor de middenklasse. Tegenwoordig fungeert de sociale huursector vooral als vangnet voor wie echt niet anders kan. Het wordt een – liefst tijdelijke – voorziening voor de armen. Hiermee ontwikkelt de Nederlandse situatie zich in de richting van Anglo-Amerikaanse landen waar de sociale huursector veel kleiner is. Dit is een groot risico, want ‘services for the poor, are poor services’ zo stelde socioloog Richard Titmuss, een van de architecten van de naoorlogse Britse verzorgingsstaat, in 1969 al. Met andere woorden: de marginalisering van de sociale huur draagt alleen maar bij aan verdere uitholling van de sector met achterstanden en stigmatisering als gevolg.
“De toename van dakloosheid is het onacceptabele gevolg van decennia falend woonbeleid
Dakloosheid valt dan ook niet te reduceren tot een individuele schuldvraag. Mensen raken niet puur uit eigen schuld dakloos, en zelfs dan blijven ze gewoon recht op een woning houden. Nee, de scherpe toename van dakloosheid is het logische maar onacceptabele gevolg van decennia falend woonbeleid.
Terug naar een brede volkshuisvesting
De huidige urgentie schreeuwt echter om een structurelere aanpak. Het aanpakken van dakloosheid is bovenal een kwestie van progressief woonbeleid ontwikkelen. Iedereen heeft recht op huisvesting. Dit recht is opgenomen in de Nederlandse grondwet en indirect verankerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en gaat over meer dan alleen een dak boven je hoofd. Het gaat over het recht op degelijke, passende, betaalbare en gezonde huisvesting.
In plaats van het probleem bij de bron aan te pakken, komt het Kabinet nu met voorstellen die niet veel meer doen dan pleisters plakken. Realiseren van tijdelijke huisvesting bijvoorbeeld: dat kan de druk inderdaad enigszins van de ketel halen, maar keert de voortschrijdende uitholling van de volkshuisvesting niet en kan zelfs bijdragen aan verdere marginalisering door van sociale huur iets tijdelijks te maken.
“Dakloosheid kost uiteindelijk veel meer dan het realiseren van betaalbare huisvesting
Belangrijker dan deze economische overweging is de humanitaire plicht van de overheid om degelijke huisvesting voor iedereen te waarborgen. Een overheid die deze plicht niet vervult, en dakloze mensen keihard laat vallen, laat haar ware gezicht zien. Dit kan geen basis zijn voor een rechtvaardige samenleving.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op 13 december 2019.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand