Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Onlangs vloog ik halsoverkop vanuit mijn woonplaats Rio de Janeiro naar Paramaribo om verslag te doen van het vonnis in het zogeheten ‘Decembermoordenproces’: de Surinaamse president Desi Boutere kreeg twintig jaar celstraf voor de moord op vijftien prominente tegenstanders van zijn militaire regime in 1982. Hoewel de rechter nu geen directe gevangenneming heeft geëist van Bouterse is het vonnis niettemin een grote doorbraak voor Suriname: 37 jaar na dato is er alsnog recht gesproken. Omdat Bouterse president is (alweer bijna tien jaar trouwens) en veroordeeld werd voor een vijftienvoudige moord, haalde het nieuws niet alleen de krantenkoppen in Suriname en Nederland, maar werd het ook prominent gebracht door onder andere The New York Times, Al Jazeera en O Globo, de grootste krant van Brazilië.
“
Ik stond erbij, toen nabestaanden wisten te voorkomen dat de moorden zouden verjaren
Voor mij als journalist betekende het vonnis een keerpunt in een langdurig proces dat ik vanaf het begin had gevolgd. Tussen 2000 en 2011 woonde en werkte ik in Suriname als correspondent voor onder meer het RTL Nieuws. Ik stond er met een camera bij, toen nabestaanden er in het millenniumjaar op het nippertje in slaagden te voorkomen dat de moorden zouden verjaren. In 2007 was ik bij de eerste zittingen van het ‘proces van de eeuw’ in een zwaar beveiligde oude marinebunker aan de Surinamerivier. In 2011 verhuisde ik naar Brazilië, werd Zuid-Amerika-correspondent voor NRC Handelsblad en kreeg vanuit die functie Suriname weer in mijn portefeuille. Zo bleef ik het strafproces volgen.
De Nederlandse pers heeft Bouterse groot gemaakt
De veroordeling van Bouterse was zonder meer historisch en belangrijk nieuws, maar de aandachtsexplosie was in Nederland veel groter dan in bijvoorbeeld Suriname zelf, waar mensen al redelijk snel overgingen tot ‘de orde van de dag’. Het deed me denken aan een fenomeen waar ik in de tijd dat ik in Suriname woonde vaak mee te maken kreeg: de obsessie in Nederland voor Desi Bouterse. Of, zoals mijn Surinaamse collega-journalist Wilfred Leeuwin me onder mijn neus wreef: “Jullie, de Nederlandse pers en politici in Den Haag maken Bouterse groot. Hoe meer hij wordt aangevallen door Nederland, hoe meer zijn aanhang hem gaat beschermen. Bouterses status krijgt er in eigen land bijna mythische proporties door.”
“
In Nederland hielden prominente Surinaamse Nederlanders het drama in leven
We zaten in Ocer, het partijcentrum van de Nationale Democratische Partij (NDP) in Paramaribo, toen hij deze opmerking maakte. Bouterse zou er die avond zijn aanhangers toespreken als reactie op het vonnis. Hoe vaak had ik hier niet gezeten in de tijd dat ik nog vast in Suriname woonde? Voor Nederland kon elke scherpe uitlating van Bouterse namelijk al snel nieuws zijn. En stel dat hij iets losliet over 1982? De Decembermoorden hebben, voor zover ik me kan herinneren, altijd een grotere plek gekregen in Nederland dan in Suriname. Hoewel het de Surinaamse samenleving totaal heeft verdeeld, groeide een hele generatie op zonder kennis over wat zich toen heeft afgespeeld.
In Nederland daarentegen hielden prominente Surinaamse Nederlanders, zoals advocaat Gerard Spong en voormalig NOS-nieuwslezer Noraly Beyer, die na de moorden Suriname ontvluchtte, het drama levendig en beïnvloedden de publieke opinie.
Is de grote belangstelling in Nederland ook een gevolg van Bouterses ongrijpbaarheid? Zijn veroordeling in Nederland tot 11 jaar celstraf voor drugshandel (in 2000) heeft hem tot nu toe bijvoorbeeld geen strobreed in de weg gezeten. Afgelopen 25 november, op de 44ste Onafhankelijkheidsdag van Suriname, vloog de Surinaamse president gewoon met een gecharterd vliegtuig via Kenia naar China voor een staatsbezoek. Zo kon hij Schiphol en het Nederlandse luchtruim vermijden, waar hij mogelijk in de problemen zou komen.
“
Heeft de obsessie van Nederland te maken met een diepgeworteld schuldgevoel?
Heeft die obsessie van Nederland mogelijk te maken met een diepgeworteld schuldgevoel? De Surinaamse opiniemaker Giwani Zeggen schreef onlangs een open brief aan de Tweede Kamer met het verzoek om de archieven rondom de staatsgreep van 1980 open te stellen. Die zijn door Nederland voor zestig jaar gesloten en geven mogelijk meer informatie over de betrokkenheid van Nederland bij de staatsgreep van Bouterse in 1980. De destijds in Suriname gestationeerde Nederlandse militair attaché (en dus diplomatiek onschendbare) Hans Valk wordt bijvoorbeeld in verband gebracht met Bouterses staatsgreep. Wat was zijn rol écht?
“De Nederlanders hebben Bouterse gecreëerd. Konden ze hem niet meer in de hand houden, is dat waar het mis ging op 8 december 1982?” vraagt Zeggen zich af. Als jonge Surinamer wil hij weten wat er in de geheime archieven staat om zo de puzzelstukken over de recente geschiedenis van zijn land helder te krijgen.
De Nederlandse aandacht voor Suriname is selectief
Toen Bouterse president van Suriname werd, was Nederland er als de kippen bij om de banden te verbreken en geld waar Suriname sinds de onafhankelijkheid nog recht op had, te bevriezen. Een koloniale daad, zo vond men in Paramaribo, want waar bemoeide Nederland zich mee? Bouterse was immers democratisch gekozen. Heeft Suriname als zelfstandig land niet het recht om zelf te bepalen op wie het stemt?
“
Ik worstelde met het dilemma: hoe voorkom je dat je Bouterse te veel aandacht geeft?
Ook nu, met het vonnis van eind vorige maand, was premier Rutte er als eerste bij om nog voor de rechter echt uitspraak had gedaan
voor zijn beurt te spreken en met een reactie te komen. Het gevolg was dat dit onmiddellijk politiek werd ingezet door Bouterses NDP. “Het vonnis is door Den Haag geschreven, zij willen Bouterse achter de tralies”,
riep een NDP-topman.
Toen ik in Suriname woonde, worstelde ik ook met het dilemma: hoe voorkom je dat je Bouterse te veel aandacht geeft en creëer je ruimte voor andere verhalen? In de beginjaren lukte dat goed. Er gebeurde relatief weinig in Nederland, onder Bouterses voorganger, ex-president Ronald Venetiaan, waren de banden met Nederland aangehaald en de interesse in Suriname nam toe. Ik maakte reportages over de groeiende rijsthandel, over de diverse Surinaamse samenleving, die generaties voorloopt op de Nederlandse, en hoe Oud en Nieuw hier gevierd wordt.
“
In Suriname wonen bijna net zoveel mensen als in Almere en daar hebben we ook geen speciale correspondent?
Maar na ingrijpende gebeurtenissen in Nederland, zoals de moord op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004) richtte Nederland zich steeds meer op zichzelf en was er steeds minder ruimte voor buitenlands nieuws tenzij het om Europa, de VS of het Midden-Oosten ging. In 2007 wist ik wel hoe laat het was, toen een RTL leidinggevende zich openlijk afvroeg: “Waarom hebben we een correspondent in Suriname? Daar wonen toch bijna net zoveel mensen als in Almere en daar hebben we ook geen speciale correspondent?” De bijzondere historische band bleek te zeer te zijn verwaterd en om te overleven begon ik mijn regio uit te breiden naar de ABC-eilanden en andere landen in Zuid-Amerika, tot ik besloot om naar Brazilië te emigreren.
Nu is het helemaal niet verkeerd om Suriname te volgen vanuit een andere standplaats als Zuid-Amerika-correspondent. Je ziet processen en bredere verbanden tussen de landen met een vergelijkbare geschiedenis van kolonialisme en coups en militaire regimes. Er vallen gelijkenissen op, zo zijn net als Suriname ook landen als Brazilië, Argentinië en Chili jonge democratieën waar pas eind jaren tachtig en begin jaren negentig de dictatuur werd beëindigd. Maar er zijn ook scherpe verschillen. Suriname werd ruim honderd jaar later zelfstandig dan de meeste andere Zuid-Amierkaanse landen en heeft misschien wel de meest gemengde samenleving in de regio. Door Suriname te volgen binnen de regio heb ik er een ruimere context bij gekregen.
“
Het zou mooi zijn als er belangstelling komt voor het Suriname van nu
De laatste tijd merk ik weer een opleving in Nederland in de aandacht voor Suriname, vooral op het gebied van het koloniale verleden en slavernij. Verschillende exposities over Suriname in Nederland (zoals de ‘Grote Suriname Tentoonstelling’ in de Nieuwe Kerk en ‘Sabi Suriname’ in het Tropenmuseum in Amsterdam) zijn daar voorbeelden van. Inmiddels lijkt er ook weer ruimte te komen voor Suriname in de Nederlandse media. Het zou mooi zijn als die belangstelling zich verder uitbreidt naar het Suriname van nu. Een jong en zelfstandig land boordevol onderwerpen en ontwikkelingen, die niet alleen interessant zijn als het over Bouterse gaat.