Oppositieleider dood
Op 31 december 2016 werd er dankzij die bisschoppen een compromis gesloten waarbij Joseph Kabila, ondanks zijn verlopen mandaat, president zou blijven tot de verkiezingen eind 2017. Kabila zou in de tussentijd de macht delen met de oppositie, die de premier mocht leveren. Afgesproken. De boze bevolking staakte haar demonstraties tegen het regime en wachtte af. Dat was eind 2016. Ondertussen is oppositieleider Etienne Tshisekedi op 1 februari in Brussel overleden.
Zelfs dood is Tshisekedi de enige geloofwaardige oppositieleider van het land
Zijn lichaam moet nog naar Kinshasa worden overgebracht om er begraven te worden. Onderhandelingen hierover zijn in volle gang. De regering is bang dat de komst van het lichaam in Kinshasa tot de val van het regime kan leiden. Zelfs dood is Tshisekedi de enige geloofwaardige oppositieleider van het land. Nu werd in april dit jaar zijn vertrouweling Bruno Tshibala tot premier benoemd. Tshibala werkt sindsdien dus voor Joseph Kabila, zijn voormalige aartsvijand.
Vuist tegen regime
De UDPS, de partij van Tshisekedi en Tshibala, is lid van de Rassemblement. Dat is een platform van meerdere politieke partijen die een vuist maken om het regime van Kabila ten val te brengen. Onder de deelnemers aan het Rassemblement bevinden zich partijen en politici die tot voor kort coalitiepartners van president Kabila waren.
Neem Moise Katumbi, de voormalige gouverneur van de rijke provincie Katanga. Katumbi was er niet alleen gouverneur maar ook ondernemer. Een bedrijf kon zich alleen in Katanga vestigen nadat ze hem aandeelhouder maakten. Dit alles gebeurde met het fiat van zijn baas, Kabila. Maar toen Katumbi een paar jaar geleden met Kabila brak omdat die hem niet tot opvolger koos, verkocht Katumbi alle bedrijven aan buitenlanders, stak het geld in eigen zak en parkeerde zijn fortuin bij banken buiten Congo. Kabila werd woest. Katumbi werd vervolgd en veroordeeld voor een dubieuze transactie. Hij vluchtte naar Europa waar hij nu op afstand oppositie voert tegen het dictatoriale regime dat hij tot voor kort diende.
Wat Congo wel is? Geld, geld, veel geld
Moise Katumbi wordt gesteund door de liberale Louis Michel, lid van het Europese parlement en vader van de Belgische premier Charles Michel. Vader Michel was een invloedrijk aanhanger van Joseph Kabila, en hielp hem bij diens machtsovername in Kinshasa. In 2005 spande Michel zich wereldwijd in om diplomatieke, financiële en militaire steun voor Kabila te zoeken. En dat lukte hem. In Congo dacht men dat Michel daar woonde: hij was prominent op de nationale televisie, trok het land in om de nieuwe grondwet aan de man te brengen. Die grondwet, die overigens op de universiteit van het Belgische Luik was gefabriceerd, moest leiden tot de verkiezingen van 2006, die Kabila won. Michel was blij: hij had een visionair aan de macht geholpen. Onder de bevolking geldt Louis Michel echter als de duivel die Congo dieper in het ravijn heeft gestort. Diezelfde Michel steunt nu – via Katumbi – de Congolese oppositie. Begrijpt u het nog?
Wat is er gebeurd? Waarom deze ommekeer?
Wat wij zien, wat wij horen, wat wij lezen over Congo is niet wat het is. Wat het wel is? Geld, geld, veel geld. Joseph Kabila heeft mijnen die hij eerder aan zijn Belgische partners gaf om aan de macht te komen en te blijven, nu aan andere buitenlandse partners overgedaan. Louis Michel en de zijnen zijn boos. Ineens betitelen ze Kabila als dictator, ineens bepleiten ze meer democratie, ineens willen ze goed bestuur, ineens hebben ze aandacht voor mensenrechten, ineens steunen ze Moise Katumbi. Die dus ook ruzie met Kabila heeft over geld – geld dat Katumbi heeft verzameld met dank aan Kabila. Tot zover het politieke theater.
Congo: een aantrekkelijke prooi voor de wereld.
Ik kan lang en breed vertellen over politieke structuren en machtsverhoudingen in Congo, maar dat is niet de werkelijkheid. De werkelijkheid is geld. Congo is geld. Grondstoffen voor de wereldeconomie en -technologie, dat is Congo. Zestig procent van de wereldreserve van kobalt zit in Congelese grond. Communicatieapparatuur, moderne wapens, computers, tv’s, mobieltjes, batterijen voor elektrische auto’s: allemaal bevatten ze grondstoffen uit Congo. Diamant, olie, gas, coltan, koper, goud, hout en woud, Congo blijft een aantrekkelijke prooi voor de wereld. En dat is het probleem. Alle andere dingen zoals regering, oppositie, mensenrechtenorganisaties, nationale gemeenschap, internationale gemeenschap: dat is Hollywood. Het is decor. Het is film. Hoe kun je je als land ontwikkelen wanneer de NGO’s, de regering en de oppositie allemaal door dezelfde donoren gefinancierd worden? Dat is de vloek.
Beschouw me niet als een journalist die verslag doet over nieuws of ontwikkelingen. Beschouw me niet als een verhalenverteller die er genoegen in schept zijn publiek te vermaken. Beschouw me als een mug die net zolang bij je oren komt zoemen totdat hij je met malaria heeft besmet. Met politieke malaria; hoge koorts, koude rillingen, zweten, hoofdpijn, spierpijn en misselijkheid. Ja, dit is Congo.
Onrust
In dit land gaat alles fout. Op 30 juni, de Onafhankelijkheidsdag, was Kabila te ziek om zijn bevolking toe te spreken. Erg ziek, een griepje. Op 29 juni 2017, een dag eerder, werd de gevangenis van Kalamu in Kinshasa aangevallen. Alle gevangen kwamen vrij. Bewakers, politiemensen, een paar aanvallers werden gedood. Een aantal dagen eerder was hetzelfde gebeurd in Beni, zo’n duizend kilometer van Kinshasa. Een paar weken eerder gebeurde het in Kasangulu, ongeveer vijftig kilometer van Kinshasa.
Alles begon op 17 mei in Kinshasa. Op die dag, vroeg in ochtend, werd Makala aangevallen, de grote gevangenis van Kinshasa. Meer dan 4600 gevangenen ontsnapten. Er vielen doden aan beide kanten; politiemensen, aanvallers, gevangenen. Politieke gevangen verroerden zich niet: ze waren bang om in die chaos ‘per ongeluk’ gedood te worden door militairen van het regime. In het oosten van het land ziedt het geweld. Elke dag komt er een nieuwe rebellenbeweging bij. Dorpen en plaatsen worden ingenomen. Jongeren die daartegen protesteren en de regering ter verantwoording roepen krijgen gevangenisstraf, zonder enige vorm van proces.
‘Ik ben roepende in de woestijn’
Ondertussen gaat het geweld in Kasai onverminderd door. Meer dan 3000 mensen gedood, meer dan tachtig massagraven ontdekt, meer dan een miljoen mensen op de vlucht, scholen dicht of platgebombardeerd en een catastrofale humanitaire situatie als bonus. De VN wist voor 64 miljoen euro toezeggingen voor noodhulp los te peuteren, maar ontving tot nu toe slechts 10% daarvan. Dezelfde VN kwam onlangs met een rapport over het geweld en meldt dat “Vertegenwoordigers van de staat betrokken zijn bij het geweld door de militie te bewapenen en hen leiding te geven”.
Wat kan ik doen, wat kunt u doen? Ik ben roepende in de woestijn. Ik weet het.
Ik besmet u met deze situatie. Ik wil u graag een verzoek doen: als u Afrikaanse vluchtelingen op de televisie ziet die naar Europa komen, als u naar de discussie luistert over economische versus politieke vluchtelingen, als u de kans hebt om nog na te denken – denk dan aan dit stuk. Denk aan de kinderen van Afrika. Denk aan de elektrische auto’s die binnenkort op de markt zullen komen. Volvo stapt vanaf 2019 over op elektrische auto’s. Dat is kobalt. Goed voor ons milieu, hier. God zij met ons, hier. Maar wanneer komt God weer eens langs in Congo?
Foto header: Flickr