Achtergrond

Van kostbaar hartapparaat naar decoratie

Al ruim twee jaar stond ’t op de kast. Een maand geleden bleef mijn blik ineens hangen aan het metalen doosje. “Wat is dat eigenlijk?”, vroeg ik mijn oma. Ze vertelde dat dit de pacemaker van mijn overleden opa was. Waarom had ze dit apparaat bewaard, vroeg ik me af.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“We hebben na opa’s overlijden meerdere ziekenhuizen gebeld”, zei mijn vader de volgende dag. “Ze zeiden allemaal dat we de pacemaker gerust konden langsbrengen, maar dat ze hem dan weggooien bij het chemisch afval.” Daarmee begon mijn zoektocht naar de levensloop van pacemakers en ICD’s (‘implanteerbare cardioverter defibrillators’, zeg maar: de pacemaker 2.0). Is er niemand, geen enkele instantie, die iets kan aanvangen met zo’n kostbaar apparaat?

Chemisch afval

Hoe komt het eigenlijk dat mijn oma dit apparaat thuis heeft? Een begrafenisondernemer van Monuta weet het antwoord. “Als een overledene een pacemaker of ICD heeft, wordt het apparaat altijd met een magneet uitgeschakeld. Bij een crematie moet een hartapparaat zelfs verwijderd worden, anders heb je ontploffingsgevaar in de oven. Bij een begrafenis wordt het soms mee begraven, als de nabestaanden het liever niet willen laten verwijderen.” Zo’n klein apparaatje in de grond kan volgens haar weinig kwaad. “Er zijn ook geen regels voor.”

De begrafenisondernemer weet eigenlijk niet goed wat er met de apparaten gebeurt nadat ze zijn verwijderd. “Soms brengen wij die apparaten naar het ziekenhuis, maar ze blijven ook weleens achter bij familie”, zegt ze. “Wat het ziekenhuis ermee doet, weet ik al helemaal niet.”

Hartapparaten belanden zo soms bij nabestaanden, zoals mijn oma, maar wat gebeurt er anders mee? Gooien medewerkers van ziekenhuizen pacemakers inderdaad bij het chemisch afval, en waarom eigenlijk? Kun je zo’n apparaat, of onderdelen ervan, niet hergebruiken?

Waardevol?

Hoe duur zijn deze hartapparaten eigenlijk? Op internet zoek ik naar de prijzen, maar als consument kom je daar niet achter, leer ik al snel. Ik moet me verlaten op de informatie van derden. Op een forum lees ik dat een pacemaker 3000 tot 8000 euro kan kosten: de prijs hangt af van het merk en de functies van het apparaat. Een ICD zoals mijn opa had, kan volgens een cardioloog in het NRC wel 20.000 euro kosten. In datzelfde artikel lees ik dat er elk jaar 4.500 mensen een nieuw ICD-apparaat krijgen en dat de batterijen ervan gemiddeld vijf jaar meegaan.
Een hart van goud? 

Pacemakers en ICD’s worden onder andere gemaakt van edelmetalen. Zo is de omhulzing, ook wel behuizing, van de apparaten gemaakt van titanium. Edelmetalen worden als materiaal gebruikt omdat ze een hoge geleidbaarheid hebben en de stroompjes dus goed kunnen worden afgegeven. Heel soms zijn patiënten overgevoelig voor titanium, waardoor zelfs een dun laagje goud voor de pacemaker wordt gebruikt.

 

Tijdens mijn zoektocht stuit ik op twee onderzoeken waarin het aantal pacemakerimplantaties per jaar in kaart is gebracht. Het eerste, dat uit 2001 stamt, komt uit op gemiddeld 6.000 pacemakers per jaar; een recent onderzoek van het NCDR komt uit op bijna 12.000 per jaar. Het aantal ICD-implantaties is volgens dit onderzoek 5.000 per jaar.

Het gaat dus om fikse bedragen. 12.000 pacemakers van elk gemiddeld 5.000 euro: dat is 60 miljoen euro per jaar; plus 5.000 ICD’s van elk ongeveer 20.000 euro: nog eens 100 miljoen euro per jaar. Of er jaarlijks ook evenveel worden weggegooid, is onduidelijk, maar aangezien pacemakers gemiddeld vijf jaar meegaan, is in ieder geval alles tot en met 2012 afgedankt.

Nu word ik nog nieuwsgieriger naar de mogelijkheid tot hergebruik. Kan er niet ontzettend veel worden bespaard wanneer hartapparaten niet meteen bij het chemisch afval belanden? Net als mijn vader twee jaar geleden, bel ik naar verschillende ziekenhuizen. Maar hun reacties zijn in de tussenijd niet veranderd. “Pacemakers en ICD’s worden gewoon weggegooid bij het chemisch afval.”

Een obductieassistente van een universitair ziekenhuis in België vroeg in 2006 op de website van palliatievezorg wat we in Nederland doen met verwijderde pacemakers: “Mijn vorige collega, die reeds weg is, heeft alle pacemakers verzameld in een doos. Nu blijkt dat niemand in België die kan komen ophalen: niet onze veiligheidsdienst, niet onze preventiedienst. Bij navraag aan de overheid, andere ziekenhuizen en begrafenisondernemers krijg ik een negatief antwoord. Zelfs de firma’s die de pacemakers plaatsen weten niet wat ermee aan te vangen na het overlijden.”

“De overledene is ‘eigendom’ van de nabestaanden”, reageert een beheerder van de website. “Na overlijden behoort de pacemaker dan ook toe aan de nabestaanden.” Volgens deze persoon zijn er maar twee nette manieren om pacemakers te verwerken. De apparaten worden overgedragen aan nabestaanden of ze worden verwerkt via het chemisch afval.

De beheerder die deze reactie in 2006 plaatste, heet Marc Wiegman. Hij vertelt dat het verwerken van pacemakers nu, ruim tien jaar later, nog steeds op dezelfde manieren gebeurt. Volgens hem worden pacemakers en ICD’s vooral gelijk weggegooid omdat we in westerse landen vaak het nieuwste van het nieuwste willen hebben of krijgen. “De standaarden die hier gehanteerd zijn doorgaans hoger dan die van arme landen. De politiek werkt hieraan mee en heeft wetgeving vervaardigd dat op medicatie een houdbaarheidsdatum moet staan. Je moet je afvragen in hoeverre dit nodig is.”

Esther Molenwijk van Greenleave, een stichting die de uitvaart wil verduurzamen, vraagt zich af hoeveel hergebruik van pacemakers en ICD’s kan opleveren voor het milieu. Ze vertelt me dat het haar ingewikkeld lijkt om zulke apparaten schoon te krijgen. Maar ze vermoedt dat er wel over hergebruik wordt nagedacht door crematoria. “Er bestaan nu geen duidelijke richtlijnen voor crematoria, begraafplaatsen of uitvaartverzorgers over wat verplicht is om te verwijderen bij een overledene en wie daarvoor verantwoordelijk is. Daarom worden pacemakers soms niet verwijderd bij een overledene en worden ze begraven.”

Molenwijk noemt het bedrijf Orthometals. Zij houden zich bezig met waardevolle grondstoffen halen uit allerlei materiaal, weet ze; waaronder pacemakers. “Als er een mogelijkheid was om pacemakers te hergebruiken dan zouden ze er vast niet voor kiezen om die apparaten om te smelten.”

Op de website van het recyclingbedrijf staat inderdaad dat ze samenwerken met meer dan 700 crematoria wereldwijd en alle materialen recyclen die overblijven na een crematie. Zo ook pacemakers. Is dit dan een goed alternatief voor het zomaar weggooien van de kostbare apparaatjes?

Ik wil graag eens bij ze langsgaan. Ik bel ze, maar ze vertellen dat ze liever niet willen dat ik langskom. “We zijn nog aan het onderzoeken of we pacemakers kunnen recyclen”, zeggen ze tot mijn verbazing. “Ook is het nog een erg gevoelig onderwerp voor veel mensen. Zo’n apparaat heeft namelijk in het lichaam gezeten van een mens.”

Het is nog een erg gevoelig onderwerp. Zo’n apparaat heeft toch in het lichaam gezeten van een mens

De volgende dag stuit ik op de website van Cardio Consultancy. Jan van Haag, eigenaar van het bedrijf, is de eerste die me onomwonden vertelt dat hergebruik van een pacemaker theoretisch goed mogelijk is. Zijn reactie maakt me zo nieuwsgierig dat ik een afspraak met hem maak.

Van Haag was vroeger verpleegkundige op de cardiologieafdeling. Toen hij daarmee stopte, richtte hij Cardio Consultancy op. Nu werkt hij vooral in de thuiszorg. “Neem alvast plaats in de keuken of woonkamer”, zegt Van Haag terwijl hij nog bezig is met zijn zelfgemaakte soep. Mijn oog valt op de boekenkast in de woonkamer, die de hele wand bezet. Hij had over de telefoon verteld dat hij ooit een ledlampje had vastgemaakt aan een oude pacemaker om te kijken hoe lang de batterij het nog volhield. Drie jaar lang heeft het in de boekenkast gestaan en heeft het lampje geflikkerd.

Van Haag legt verschillende oude pacemakers, instrumenten en een lesboek op de salontafel. De oude pacemaker links is niet alleen een stuk groter, maar ook flink zwaarder dan hetmoderne apparaatje dat rechts in het midden van de tafel ligt. “Dit apparaat wordt alleen in de kliniek gebruikt”, hij wijst naar het grote apparaat met blauwe draden. “Om de tijd te overbruggen totdat iemand een echte pacemaker krijgt. Ze worden niet meer zo gemaakt en de onderdelen ervan zijn ook niet meer te verkrijgen. Daarom vind ik het zonde om deze weg te gooien.”

Het hart als orkest

“Denk aan een orkest”, begint Van Haag. “Als iedereen samenspeelt en hetzelfde ritme te pakken heeft, klinkt dat prettiger dan wanneer iedereen zijn eigen ritme volgt: dan krijg je chaos. De dirigent zorgt dat iedereen in de maat blijft, en deze knoop kun je zien als de dirigent.” Hij wijst naar een knopje in de rechterkamer van het hart, de sinusknoop. “Die bepaalt het ritme. En al die vezels, spieren en zenuwen van het hart zijn onderdeel van het orkest en moeten die knoop volgen. Als er daarbinnen iets mis is, kunnen er verschillende hartritmestoornissen ontstaan, waardoor er soms geen doorstroming van bloed meer plaatsvindt. Dit kan komen omdat bloedvaten zijn dichtgeslibd, door zuurstoftekort of door te veel stress bijvoorbeeld.”

“Het hart luistert naar de hoogste bieder in kracht en snelheid. Soms is zo’n ritmestoornis op te lossen met een stroomstoot, zodat het hart even helemaal stopt en het chaotische ritme weer plaatsmaakt voor een normaal ritme. Iemand kan ook spontaan een hartritmestoornis krijgen, die uiteindelijk tot chaos kan leiden. Om dat te voorkomen krijgt iemand een pacemaker of ICD. Een ICD controleert constant of het ritme nog klopt. Als het ritme een tijdje verstoord is, grijpt de ICD in door een stroompje te geven. Een pacemaker geeft constant een ritme.”

De batterijen in de hartapparaten gaan beperkte tijd mee. Daar begint volgens Van Haag het probleem. “Na een jaar of zeven is de batterij wel op; wanneer die continu moet werken, nog eerder. Om de zoveel tijd wordt nagekeken hoeveel energie er nog inzit. Als er minder dan een bepaalde marge over is, ongeveer 20%, wordt de batterij vervangen.”

Hij pleit voor onderzoek naar oplaadbare batterijsystemen. “Er zijn tegenwoordig zoveel technieken om de houdbaarheid van een apparaat te verlengen, en nieuwe manieren om batterijen opnieuw te laden. Ikea heeft bijvoorbeeld een lamp waar je je mobieltje op kunt leggen, en dan wordt-ie zonder kabel opgeladen. Sommige autofabrikanten leveren een plateau in hun auto, waar je je mobiel op kunt leggen om die te laden. Dus die techniek bestaat.”

Of pacemakers en ICD’s tweedehands te gebruiken zijn? Van Haag denkt van wel. “Er zijn fabrikanten, onder andere Vitatron, die zo’n vijftien jaar geleden hebben onderzocht of je zulk spul kunt hergebruiken. Dat kon, maar ze constateerden dat het te duur was .”

Deze apparaten zijn waardevol genoeg om er meer mee te doen

“Ik ben zeker voorstander van onderzoek naar hergebruik”, zegt Van Haag. “Deze apparaatjes zijn waardevol genoeg om er meer mee te doen. Er zou iemand als Bill Gates – iemand die geld genoeg heeft en er niet aan hoeft te verdienen – moeten opstaan om dat eens goed te onderzoeken.”

Voordat ik vertrek en hij verder kan met zijn soep, zegt Van Haag nog: “Maar ja, ook be beleving van mensen telt. Dat je een hartapparaat van gerecyclede materialen in je eigen lichaam geïmplanteerd zou krijgen, heeft voor sommige mensen vast wel een gekke bijklank. Dat is natuurlijk een valide overweging.”

Pacemakers in ontwikkelingslanden?

Via de mail krijg ik een aantal tips over afgedankte apparaten die naar ontwikkelingslanden verzonden zouden worden. Zo meldt iemand me dat zorggroep ZGT Overzee apparaten verzamelt en naar ontwikkelingslanden verstuurt. Ook kom ik een kamerbrief tegen van minister Ploumen; de brief is een reactie op een motie van twee Kamerleden om hergebruik van medische apparatuur in ontwikkelingslanden te vergemakkelijken.

Vallen pacemakers en ICD’s daar ook onder? Salah Saïd van ZGT Overzee moet me teleurstellen. Met medische apparatuur bedoelen ze inderdaad alleen uitwendige, technische hulpmiddelen, zoals röntgenapparaten, bedden of monitors. “De Nederlandse inspectie heeft vastgesteld dat je geïmplanteerde apparaten niet bij andere patiënten mag hergebruiken. Het is namelijk niet zeker of dit veilig is.”

Mijn zoektocht gaat verder. Op de website van het Engelse bedrijf Pace4Life lees ik dat zij hebben onderzocht of pacemakers zijn te herbruiken. Zij concludeerden dat als de levensduur van de batterij boven de 70% ligt, het apparaat nog goed kan worden hergebruikt. Ik ben erg benieuwd naar hun onderzoeken, maar helaas: ze reageren niet op mijn mails of telefoontjes.

Dieren met hergebruikte pacemakers?

Via een kennis kom ik in contact met Daniël Mol, een pacemakertechnicus in het AMC. Hij legt uit dat ziekenhuizen of overkoepelende organisaties, zoals gefuseerde ziekenhuizen, de apparaten vaak gezamenlijk inkopen en dat dit via een soort catalogussysteem gebeurt. “Als je meer bestelt, krijg je meer korting. Het ligt er net aan wat voor contacten je als ziekenhuis hebt of wat je in totaal bij een bedrijf of fabrikant inkoopt.”

Mol vraagt zich af of pacemakers en ICD’s metterdaad waardevol genoeg zijn om ze te hergebruiken of recyclen. “Hergebruik is goed, zolang het niet de kwaliteit van het apparaat aantast. In hoeverre dat hier speelt, weet ik niet. Want als je een pacemaker implanteert die al eerder is gebruikt, heeft die wel een kortere levensduuren moet die dus eerder worden vervangen. Dat vergt een nieuwe operatie, en dus meer risico voor de patiënt. Qua productiekosten, risico  en tijd is het mogelijk makkelijker en goedkoper om gewoon een nieuwe pacemaker te gebruiken.” Hij geeft toe dat hij er gerust naast kan zitten.

Wat zou ik verder kunnen doen met de ICD van mijn opa? Mol heeft een verrassende tip. “Een aantal jaar geleden hebben we ze weleens naar een dierenkliniek in Utrecht gestuurd. Daar werden ze dan bijvoorbeeld voor paarden gebruikt.” Bijna te enthousiast vraag ik welke dierenkliniek dat was. Mol: “De dierenkliniek van de Universiteit Utrecht.”

Ha: nu komen we ergens! Als oude pacemakers daadwerkelijk bij paarden worden hergebruikt, betekent dit dat hergebruik dus mogelijk is. Hoe gaan ze in de dierenkliniek om met het proces van steriliseren en opnieuw bruikbaar maken van een pacemaker? Weten zij misschien of het hergebruik van pacemakers ook bij mensen mogelijk is?

“Hergebruik van pacemakers uit Amsterdam zegt ons niets. Misschien bedoelde meneer Mol iets anders?” Wat een verrassende wending had kunnen zijn in mijn zoektocht, stopt hier abrupt. Heeft Mol de verkeerde kliniek doorgegeven, of wil de kliniek dit verhaal liever niet aan de grote klok hangen?

Misschien ben ik mijn zoektocht met de verkeerde vraag gestart. Dat je meer met de apparaten kunt doen dan ze bij het chemisch afval te gooien, lijkt me inmiddels duidelijk. Maar misschien had ik niet minder moeten focussen op de vraag of hergebruik mogelijk is en hoeveel je daarmee zou kunnen besparen. Want een belangrijker vraag is: hoe gevoelig ligt het hergebruik van apparatuur die ooit in iemands lichaam heeft gezeten?

Ik kijk nog weer eens naar de foto die ik van opa’s ICD maakte tijdens mijn bezoek aan oma. Pas nu valt me op dat eromheen allerlei voorwerpen staan die van mijn opa waren, zoals het steentje van de crematie en de speciale urn met een deel van de as. Zou mijn oma de ICD doelbewust naast deze relikwieën hebben neergezet? Ik besluit haar te bellen. “Ik wil hem wél terug hebben, hoor. Echt hoor.”

Ik fiets naar haar toe, de ICD in mijn tas. Niets voor niets heeft mijn oma na de verhuizing laatst dit specifieke apparaatje bewaard, terwijl ze de bijhorende tas en zender heeft weggedaan. Het is niet zomaar een apparaatje dat ze een plaats op de kast heeft gegeven: het is het apparaatje dat in het lichaam van haar man heeft gezeten, en dat hem lange tijd in leven heeft gehouden – dat hem bij haar hield. Nee, dat geef je niet zomaar voor het gebruik uit handen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons