De verhalen over de achteruitgang van de natuur ken je vast. De cijfers zijn schrikbarend.
- Een onderzoek dat veel in het nieuws is geweest liet zien dat in Duitse natuurparken de laatste 25 jaar het aantal insecten met 75% is gedaald.
- In de afgelopen 40 jaar zijn wereldwijd de aantallen zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieen en vissen met bijna 60% achteruit gegaan, zegt het Wereld Natuurfonds.
- De verspreiding van vlinders in Nederland is sinds eind 19e eeuw met 80% gedaald.
Wij mensen zijn de reden voor deze achteruitgang. Door bijvoorbeeld het opslokken van steeds meer gebieden voor landbouw, industrie, wegen en huizen. Door overbevissing en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Onze steden rukken op, iedere 7 weken bouwen we een ‘nieuwe Londen’.
Haal de natuur de stad in
Na deze zeer deprimerende inleiding is het tijd voor omdenken. Wij mensen hebben dus een enorme impact op de natuur. Laten we dan onze impact wat verminderen door ervoor te zorgen dat IN onze buurten de natuur weer zijn plek vindt.
Want we kunnen ook ons eigen steentje bijdragen om deze trend te helpen keren.
De diversiteit van planten en dieren in Amsterdam is hoger dan op het platteland. Dat zegt de stadsecoloog van Amsterdam in een interview met AT5. In het eentonige landschap buiten de stad kunnen weinig dieren leven. In de stad zijn juist heel diverse plekken waar planten en dieren kunnen leven.
In tuinen meer bestuivers dan in stadsnatuur
Brits onderzoek naar de diversiteit van bestuivers (bijen en (zweef)vliegen) in de stad laat ook zien waar de winst te halen is:
- Volkstuinen en gemeenschapstuinen zijn de bom! Hier zijn tien keer zoveel bestuivers als in stedelijke parken, begraafplaatsen en beschermde stadsnatuur.
- Met name ‘onkruid’ is gunstig voor bestuivers. Wat een opluchting voor wie het wieden zat is… Dus weg met die maaier. Op naar meer nectarrijke bloemen in openbaar groen!
- In welvarendere buurten met een grotere variëteit aan planten en bloemen zijn meer bestuivers te vinden.
Het mooie nieuws is dat ‘groen’ in de stad groeit in populariteit. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer gemeenschapstuinen, schooltuinen en publiek toegankelijke volstuinen. Politici en mensen die het beleid maken zien ook steeds beter dat gemeenschappelijke tuinen belangrijk zijn en ondersteunen initiatieven van mensen met bijvoorbeeld subsidies of door het beschikbaar stellen van grond.
Buurttuin ‘de Kloostertuin’ in Utrecht
Guerrilla Gardenenig voor planten en dieren
Guerrilla Gardening is een van de manieren om bij te dragen aan de diversiteit van planten en dieren in de stad. Als Guerrilla Gardener tuinier je in de openbare ruimte. In de bloembak die al een tijd leegstaat of in die grassige wegberm. Guerrilla Gardeners zijn vaak de eerste die de potentie van een bepaalde plek voor groen laten zien. Een monocultuur van (vaak) gras of een stenige vlakte toveren ze om in een veel diverser gebied.
Door inheemse planten te gebruiken wordt een Guerrilla tuin een van de plekken waar bijvoorbeeld bijen hun voedsel kunnen vinden. Met een vogelhuisje of een bijenhotel geef je naast eten ook onderdak. Of laat eens dood hout liggen voor de kleine beestjes – die weer voedsel zijn voor andere dieren.
Als we 15 % van de stad inrichten als leefgebied voor dieren en planten zouden veel soorten kunnen overleven. Een grasveld omtoveren in een border vol inheemse planten helpt insecten en andere planten. Zelfs een klein stukje grond als een boomspiegel kan waardevol zijn door te zorgen dat er allerlei bloemen en planten hier gaan groeien. Naast dat bloemen bij een boomspiegel ook gewoon supermooi zijn.
Een mooie bloeiende border op een voormalig grasveld, het Spinozaplantsoen in Utrecht.
Er is vast wel een plekje bij jou in de buurt waar je kunt bijdragen aan de biodiversiteit… Dus wapen jezelf met plantjes, water en schop en ga tuinieren in je buurt!
Lees meer over Guerrilla Gardening op de website van de Guerrilla Gardeners.