Partnerbericht

Niemand wil ziek worden van pesticiden

Palmoliebedrijven moeten werknemers beter beschermen. Onderzoek in drie landen wijst uit dat bijna overal wel iets mis is in de bescherming van werknemers op palmolieplantages tegen pesticiden en andere gewasbeschermingsmiddelen.

Stel je werkt op een palmolieplantage. Een plantage van honderden hectares met eindeloos veel palmbomen. Je woont dichtbij of op de plantage. Je bent de hele dag bezig met spuiten van pesticides en andere gewasbeschermingsmiddelen. Dag na dag, jaar na jaar.  Of je bent dag in, dag uit, bezig om palmbomen te bemesten. Als je in Indonesië werkt ben je dan waarschijnlijk een vrouw.

Dan zou je zeker willen weten dat dit geen kwaad kan voor je gezondheid en de best mogelijke bescherming willen hebben. Toch? We maken ons in Nederland zeer terecht druk als dicht bij woonhuizen een veld lelies wordt aangelegd, waar in de regel veel gespoten wordt. Dan moeten we ons ook druk maken om mensen die jaar in jaar uit elke dag dit werk doen en moeten werken op plantages waar grote hoeveelheden chemicaliën en gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Voor de palmolie in onze pindakaas of shampoo.

Hoe bescherm je werknemers op de plantages?

Honderd procent bescherming bestaat niet. Maar een optimale bescherming wel. Die bestaat uit een goede training voor de werknemers. Goede persoonlijke  beschermingsmiddelen als maskers, schorten en handschoenen, door de baas betaald en op tijd vervangen. Een opslag waar de chemicaliën veilig zijn opgeborgen. Duidelijke afspraken, als een veld bespoten is, dat je daar dan voorlopig niet mag werken. Goede en aparte ruimtes om de kleding direct na het werk uit te trekken, je huid grondig te wassen met stromend water,  en waar ook de kleding wordt gewassen. Regelmatige medische controles en monitoring van ziektes. En misschien wel het belangrijkste: Het gebruiken van middelen die het minst schadelijk zijn voor de werknemers en omwonenden of beter nog: zoeken naar alternatieven. Zonder die bescherming zou je daar niet willen werken toch?

De praktijk: bescherming van likmevestje

Maar helaas, het gebeurt nog veel te veel dat de bescherming verre van optimaal is. Dat maskers en schorten niet van goede kwaliteit zijn en soms door de werknemers moeten worden betaald. Dat ze niet tijdig vernieuwd worden. Niet geschikt zijn om mee te werken in de tropen. Dat kleding thuis gewassen wordt, samen met de kleding van het gezin, of in het riviertje naast het huis. Veel werknemers zijn zich niet bewust van de gevaren, hebben nauwelijks training gehad, of ze kunnen het vele werk wat ze dagelijks moeten doen simpelweg niet uitvoeren als alle beschermingsmiddelen adequaat worden gebruikt. Ook melden werknemers klachten zoals duizeligheid of hoofdpijn. Van de medische consequenties op langere termijn is veel te weinig bekend omdat controle en monitoring niet goed wordt gedaan.


Foto’s: Chris de Bode

Vakbonden in actie voor veiliger werk op de plantages

Mondiaal FNV heeft in 2022 met vakbonden in Colombia, Indonesië, Ghana en Nederland het netwerk Palm Oil Workers United opgericht. Daarin werken de vakbonden samen om van elkaar te leren maar ook om gezamenlijk te zorgen dat bedrijven in Europa die palmolie gebruiken of verkopen hun verantwoordelijkheid nemen.

Onderzoek in drie landen

Een van de eerste prioriteiten is: veiligheid en gezondheid van werknemers en dan met name het (vele) gebruik van allerhande chemische middelen. Uit de ervaring op de plantages was bekend dat de bescherming regelmatig onvoldoende is en dat er gezondheidsklachten zijn. Om dit goed te documenteren heeft Mondiaal FNV en het Palm Oil Workers-netwerk gezamenlijk onderzoek gedaan, in samenwerking met onderzoeksorganisatie Profundo, naar het gebruik van agrochemicaliën op de plantages in de drie landen. Bijna 1500 werknemers zijn geïnterviewd, het beleid van enkele grote palmolie verwerkende bedrijven is onderzocht, alsmede het beleid van RSPO, het meest gehanteerde keurmerk in de palmolie. Ook zijn de regels en wetten in de landen vergeleken.

Is alles slecht?

Nee, niet op alle plantages in alle landen is alles slecht. Soms is er wel een goede training of zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen op orde. Maar bijna overal is er wel iets mis in de bescherming tegen pesticiden. Indonesië scoort over het algemeen slechter dan de andere landen. Bijna alle interviews zijn gehouden op plantages die RSPO gecertificeerd zijn en ook daar was het beeld nagenoeg hetzelfde. Het keurmerk klinkt goed op papier maar is zeker geen garantie. Wat schokkend is, is dat we op een klein aantal plantages middelen hebben aangetroffen die in de EU verboden zijn. Ook de lokale overheden laten veel te wensen over als het gaat om arbeidsinspecties, preventie, of monitoring van de gezondheid van werknemers.

Wat moeten bedrijven doen?

Hun verantwoordelijkheid nemen. Hoe gaan we daar aan werken? Het vakbondsnetwerk gaat op verschillende niveaus aan de slag. De vakbonden zullen nationale regeringen in hun  landen benaderen voor betere regels en betere inspecties. Zij gaan ook  in onderhandeling met de plantage-eigenaren. De FNV gaat in Nederland in gesprek met grote bedrijven die palmolie verwerken of verkopen. We linken daarbij aan de opkomende EU- wetgeving die grote bedrijven verplicht om risico’s in hun keten te inventariseren en ook te verbeteren. Ook gaan we het gesprek aan met RSPO.

Door op alle niveaus in de palmolieketen te werken moeten we verbetering krijgen. Eerst via dialoog en onderhandeling en als dat niets oplevert met campagnes of acties.
Want niemand wil ziek worden van pesticiden. Hier niet, maar ook niet in Ghana, Indonesië en Colombia. Toch?

Hier kun je  de onderzoeken vinden:
Research: Workers’ risk of exposure to agrochemicals in Colombia, Ghana and Indonesia