Genoeg gepraat
Op de klimaattop in New York kwamen leiders uit de gehele wereld bijeen om te praten over de aanpak van de klimaatverandering. "Gepraat werd en wordt er genoeg, maar onmiddellijke actie blijft uit. Terwijl dat nou juist zo hard nodig is", aldus Grotenhuis. Bewoners in ontwikkelingslanden ervaren de gevolgen van de klimaatverandering dagelijks aan den lijve. Denk aan de vele overstromingen in Bangladesh of de steeds verder oprukkende woestijn in Kenia en Ethiopië, met alle gevolgen van dien voor de mensen daar.
Menselijk gezicht
Grotenhuis: "Juist dat menselijke gezicht ontbreekt in de discussies tot nu toe. Het gaat alleen maar om industrie- en energiepolitiek en economische belangen, terwijl het zou moeten gaan over mensen." Een ander lid van de CIDSE/Caritas Internationalis delegatie in New York, Elizabeth Peredo uit Bolivia, vertelde dat in haar geboorteland de gletsjers smelten. Op een hoogte van 3.000 meter lijden mensen aan malaria en zijn kurkdroge gebieden te vinden. "De Bolivianen zijn het slachtoffer van de opwarming van de aarde, terwijl ze zelf maar in zeer geringe mate hebben bijgedragen aan de uitstoot van broeikasgassen."
Geld voor ontwikkelingslanden
De ontwikkelingsorganisaties verenigd in CIDSE en Caritas Internationalis pleiten daarom onder andere voor een adaptatiefonds voor ontwikkelingslanden. Geld afkomstig van de vervuilers, de rijke landen, waarmee arme landen zich kunnen wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. "Voor ons is van groot belang dat dat extra geld is en niet afkomstig uit het ‘gewone’ ontwikkelingsbudget", zegt Grotenhuis. "Tot nu toe pleit de Nederlandse regering daar ook voor. We hopen dat Nederland zijn rug recht houdt."