Op zoek naar een adapter
Om 7 uur 'ochtends worden we wakker, met een erg zwaar gevoel in ons hoofd. Het is 1 uur 's middags Nederlandse tijd. We mogen niet klagen: We hebben bijna het klokje rond geslapen. En maar één keer wakker geweest!Vandaag is een belangrijke dag. We hebben afgesproken met de plaatsvervangend voorzitter van de onafhankelijke vakbond CUTC. Ergens in een cafeetje, is de bedoeling. We ontmoeten niet de offciële voorzitter Pedro Alvarez. Hij is drie jaar geleden veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf. We filosoferen wat over hoe we het allemaal precies moeten aanpakken en gaan dan op stap. De eerste missie is een zoektocht naar een adapter om onze laptop op aan te sluiten. Want de adapter die we bij ons hebben, past er niet op. We komen in allerlei winkels. Maar niemand heeft er een voor ons. En dan kom je erachter hoe lastig het is om zoiets simpels als een adapter te krijgen.
Paspoortcontrole bij aankoop blik verf
Cubanen moeten hun paspoortgegevens al laten registreren voor een blik verf. Hun identiteit en adres wordt gecontroleerd en ze moeten hun handtekening zetten voor ontvangst. Die informatie wordt vervolgens doorgegeven aan de autoriteiten. We zijn verbijsterd over deze vergaande controle op het communistische eiland. Voor de Cubaanse bevolking is dit de werkelijkheid van alledag. Na bijna vijftig jaar 'Fidelismo' weten ze niet meer beter. Het lijkt de Cubanen ook niet verbitterd te maken. Ze zijn overwegend vriendelijk en behulpzaam. Hoewel, de mannen gedragen zich uitgesproken macho. Soms zijn ze ronduit opdringerig.
Ontmoeting in café
Om 12 uur zitten we al in het café te wachten op onze contactpersoon van de CUTC. Het is een modern café, waar veel rijke Cubanen en toeristen zitten. De tv staat heel hard aan en we vallen niet op, dus we voelen ons op ons gemak. We kijken om ons heen, om te zien of Maybell er al is, maar niemand lijkt ons echt op te merken. Na een poosje komt er een vrouw binnen. Is zij de juiste persoon? Eind vijftig, opgedirkt, band in haar haar, boek onder haar arm. Ze loopt naar een tafeltje aan de andere kant van het café en begint direct te praten met kennissen aan het tafeltje naast haar. De vrouw gunt ons geen blik waardig. Na haar komt een oudere man het café binnen. Ook hij draagt een boek onder zijn arm. Hij gaat aan een tafeltje dicht bij de deur zitten. Zou hij de tweede contactpersoon zijn?
Wie zet de eerste stap
Een paar minuten blijven we daar zo zitten, ieder aan ons eigen tafeltje. Een ongemakkelijk gevoel bekruipt ons: wat moeten we nu doen? Als we naar ze toe lopen, verraden we onszelf, maar we willen ze ook niet mislopen. Zouden zij niet de eerste stap moeten zetten? Om de beurt gaan we naar de wc in de hoop dat ze achter ons aan komen, maar dat doen ze niet. Wat nu? Ten lange leste loopt de vrouw het café uit. Janneke loopt achter haar aan, onder het voorwendsel dat ze even moet bellen. Het blijkt inderdaad Maybell te zijn. De man heeft niets met de organisatie te maken. We hebben goed gegokt.
Billboards wijten alle ellende aan Amerika
Maybell is erg blij ons te zien. Er is zoveel te vertellen en te vragen. Ze neemt ons mee naar haar huis. Onderweg passeren we het Amerikaanse consulaat. Ervoor staan rijen zwarte vlaggen, met een witte ster in het midden. Die sterren symboliseren de Cubaanse martelaren, slachtoffers van het Amerikaanse terrorisme…Enorme billboards overal in Havana maken het de Cubanen duidelijk: De VS doen er alles aan om Cuba kapot te maken. De ellendige situatie waarin Cuba zich bevindt is uitsluitend te wijten aan het voortdurende embargo van het Amerikaanse regime.
Levenslang verzet
Intussen praten we met Maybell. Haar hele leven lang al verzet zij zich. Tegen de onderdrukking door de Cubaanse autoriteiten. Tegen het officiële standpunt van dezelfde regering. Die de VS overal de schuld van geeft: Het contrast had niet groter kunnen zijn.
Havana, 11 september
Rita Dieleman