Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Wanneer ik vooruitkijk, doe ik dat vanuit mijn perspectief: dat van de klimaatdiplomaat. Dat betekent dat in deze blog veel internationale vergaderingen genoemd zullen worden. De vergaderzaal is nu eenmaal vaak de arena van de diplomatie. Eind 2017 kwamen alle ondertekenaars van het Akkoord van Parijs bij elkaar in Bonn, voor de jaarlijkse klimaattop in VN-verband. We spraken toen af dat 2018 in het teken zou staan van de
Talanoa Dialoog. Kortgezegd komt dat erop neer dat we met elkaar bekijken hoe we onze ambities op klimaatgebied kunnen verhogen. Want dat we nu collectief te weinig doen om de doelstellingen van Parijs te halen, stond bij de ondertekening van het Akkoord al vast.
“
De vergaderzaal is nu eenmaal vaak de arena van de diplomatie
De VN is onmisbaar geweest bij de totstandkoming van de internationale afspraken die moeten leiden tot het aanpassen aan en het tegengaan van klimaatverandering. We moeten nu echter vaststellen dat dat platform te beperkt is voor de volgende fase. Uiteraard zullen bindende afspraken nog steeds tussen staten moeten worden gemaakt. Maar voor de benodigde ambitieverhoging en versnelling van de uitvoering zullen we ook naar andere organisaties en bijeenkomsten moeten kijken.
Nederland in de wereld
Er dienen zich dit jaar twee bijzondere gelegenheden aan waar we als Nederland zullen proberen de noodzaak van klimaatactie te onderstrepen.
1.Ons lidmaatschap van de Veiligheidsraad. Binnen de grenzen van het mogelijke (onder andere bepaald door de actualiteit) zal Nederland proberen aandacht te vragen voor de relatie tussen klimaatverandering en veiligheid en stabiliteit, zoals we dat ook al doen via het Planetary Security Initiative.
2.Verschillende bijeenkomsten van de G20, waarvoor we door Argentinië zijn uitgenodigd. In de G20 is de relatie tussen klimaat en economie (energie) een belangrijk thema. Nederland zal ook hier, als een van de eerste landen waar beide belangen door één minister worden behartigd, proberen in te zetten op verhoging van ambitie. Goede voorbeelden van Nederlandse bedrijven kunnen hierbij een positieve rol spelen.
“
Nederland zal proberen aandacht te vragen voor de relatie tussen klimaatverandering en veiligheid
De rol van non-state actors
Met het noemen van bedrijven ben ik meteen beland bij verschillende bijeenkomsten waar zogenaamde
non-state actors de uitnodigende partij zijn. Cruciaal zijn dit jaar de resultaten van bijeenkomsten als deze: het
World Economic Forum, de
World Business Council on Sustainable Development, de
Climate Week en de
Global Climate Action Summit. Ambitie en implementatie staan hier op de agenda’s. Hoe hoog komt de lat te liggen, en hoeveel invloed weet men uit te oefenen op het interstatelijke proces? Achter de schermen (en soms ervoor) zullen we als Nederland proberen bij te dragen aan voortgang in de goede richting.
“
In het komende IPCC-rapport zal ondubbelzinnig staan dat we het 1,5-gradendoel uit het oog aan het verliezen zijn
Als het dit jaar allemaal loopt zoals zou moeten, kunnen we in december in het Poolse
Katowice, wanneer we weer bij elkaar komen in VN-verband voor COP24, concrete afspraken maken over het verhogen van onze ambities. In oktober zal het International Panel on Climate Change een rapport publiceren over het 1,5-graden-scenario. Daarin zal – die voorspelling durf ik nu al wel aan – ondubbelzinnig staan dat we dat 1,5-graden-doel uit het oog aan het verliezen zijn. Resultaat tijdens alle bovengenoemde bijeenkomsten zal daarom broodnodig zijn.