Achtergrond

54 jaar Nederlandse overheidshulp in Afrika

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het African Studies Centre (ASC) Leiden publiceerde vorige week een kaart waarop je precies kunt zien welke Afrikaanse landen ontwikkelingshulp hebben ontvangen van de Nederlandse overheid sinds 1962. Ook laat de kaart zien wat om voor vorm van ontwikkelingshulprelatie het ging. Wat is er veranderd in de afgelopen 54 jaar?  En waar liggen de kansen?

Nederlandse bilaterale ontwikkelingshulp − ontwikkelingshulp die verstrekt wordt door de regering van een donorland aan de regering van een ontwikkelingsland − bestaat al ruim een halve eeuw. Sinds het begin heeft de Nederlandse overheid veel steun verleend aan initiatieven die de private sector stimuleren, stelt Agnieszka Kazimierczuk (ASC Leiden). Maar ondanks deze rode draad zijn er in de afgelopen decennia ook belangrijke dingen veranderd. Zo ligt sinds twintig jaar de nadruk op het stimuleren van werkgelegenheid in ontwikkelingslanden. En waar veel grote multinationals die werkzaam waren in ontwikkelingslanden eerst nog belastingontwijkend te werk gingen − waardoor deze landen belastinginkomsten misliepen van tussen de 100 miljoen en 1 miljard euro − heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken sinds 2007 verschillende maatregelen genomen om deze praktijken tegen te gaan, bijvoorbeeld door zich aan te sluiten bij het International Taks Compact (ITC) en de Task Force of Financial Integrity and Economic Development.

Het ASC-rapport bevat ook een aantal aanbevelingen voor Nederlandse ontwikkelingssamenwerking in de toekomst. Zo is het van belang om nauwkeuriger te monitoren wat de impact is van initiatieven die ontwikkelingshulp moeten stimuleren via de private sector. Ook zou het Ministerie meer aandacht moeten besteden aan de geografische spreiding van Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden, zodat alle regio’s in een land voordeel hebben van de ‘hulp en handel’-benadering. Daarnaast stelt Kazimierczuk dat de veranderende verhoudingen in de wereld – als gevolg van bijvoorbeeld de toegenomen wereldwijde handel en de snelle economische groei in (voormalige) ontwikkelingslanden – gepaard moeten gaan met een vernieuwing van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. 

De bezuinigingen op ontwikkelingshulp zullen verder doorzetten, voorspelt Kazimierczuk. Het toenemend aantal middeninkomenslanden zal waarschijnlijk in staat zijn om armoedebestrijding intern op te vangen.  Maar dit geldt niet voor post-conflictlanden en fragiele staten, waarvan een groot deel zich bevindt in Sub-Sahara-Afrika. Bij de venieuwing van het ontwikkelingsbeleid en de toenemende focus op economische samenwerking moeten we passende hulp blijven bieden aan deze (post-)conflictgebieden, concludeert het rapport.

De kaart 'Partner countries for Dutch bilateral development assistance 1962-2015' en het bijbehorende rapport 'Historical overview of development policies and institutions in the Netherlands, in the context of private sector development and
(productive) employment creation
' zijn te bekijken via de website van de Universiteit Leiden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons