Sinds 1 januari 2016 hebben de Verenigde Naties een nieuw kader voor mondiale duurzame ontwikkeling: de Sustainable Development Goals (SDG’s), ook wel bekend als de Werelddoelen. In totaal zijn het er 17, met 169 subdoelen. De SDG’s gaan ook over de bescherming van natuur en milieu en ze gelden voor alle landen. Wat betekent dat voor Nederland?
Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat het Nederlandse natuur- en milieubeleid redelijk goed aansluit op de SDG’s, maar dat er nog wel veel werk aan de winkel is. Zo zijn er nieuwe en aangescherpte beleidsdoelen nodig voor 2030. En om van de uitvoering van de doelen een succes te maken, is het cruciaal dat de overheid op alle niveaus samenwerkt.
Na de Millenniumdoelen: nu ook aan de slag in eigen land
De voorgangers van de SDG’s, de Millennium Development Goals (MDG’s, 2001-2015) waren gericht op directe armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. De SDG’s zijn gericht op mondiale duurzame ontwikkeling en daarmee veel breder. Naast het uitbannen van armoede in al zijn vormen bevatten zij ook doelen voor bijvoorbeeld het bevorderen van duurzame consumptie en productie en het tegengaan van klimaatverandering en van verlies aan natuur en biodiversiteit. Doelen die ook een uitdaging zijn voor Westerse landen. Waar de MDG’s dus alleen richting gaven aan het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid, zijn de SDG’s ook bedoeld als kader voor het duurzaamheidsbeleid van Nederland.
Nederland hoeft niet bij nul te beginnen
In een recent verschenen studie verkent PBL wat de SDG’s betekenen voor het Nederlandse nationale leefomgevingsbeleid; milieu en natuur. Het onderzoek kijkt naar de subdoelen die zich direct richten op de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld van water, lucht, natuur en klimaat. En op de subdoelen die zich richten op activiteiten of sectoren met een indirect effect op die leefomgeving. Denk aan de landbouw, industrie en steden.
Het PBL concludeert dat de SDG’s over het algemeen niet nieuw zijn voor het Nederlandse leefomgevingsbeleid. Voor veruit de meeste leefomgeving-gerelateerde subdoelen (targets) heeft Nederland al eigen beleidsdoelen (zie figuur), vaak afgesproken in Europees of internationaal verband. Bijvoorbeeld Europese richtlijnen voor lucht, water en energie en internationale afspraken rond biodiversiteit en klimaat. Ook kan de nationale uitvoering van de SDG’s voortbouwen op of aansluiten bij bestaande beleidsprogramma’s, zoals het Nederlandse beleid voor Groene Groei en de toekomstagenda Milieu en Duurzaamheid.
Nog het nodige werk aan de winkel
Dat is goed nieuws, maar toch zal er nog het nodige werk verzet moeten worden om de SDG’s met succes uit te voeren in Nederland. Zo ontbreken er bijvoorbeeld nog Nederlandse beleidsdoelen voor duurzaamheidseducatie, en zijn er slechts gedeeltelijk beleidsdoelen voor duurzame landbouw en duurzame consumptie en productie. Allemaal thema’s die onderdeel zijn van de SDG’s. Daarnaast zijn de meeste bestaande beleidsdoelen gericht op 2020, terwijl de SDG’s 2030 als einddatum hebben. Deze beleidsdoelen zijn vaak tussendoelen op weg naar een schone, gezonde en veilige leefomgeving op de lange termijn. De SDG’s vragen de Nederlandse overheid dus eigenlijk om nog eens goed naar haar nationale duurzaamheidsambities te kijken en een heldere lange-termijn visie daarop te ontwikkelen. Waar nodig moeten dan bestaande beleidsdoelen worden aangescherpt en nieuwe worden toegevoegd.
[[{“fid”:”45093″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Grafiek PBL SDG’s Nederland”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Grafiek PBL SDG's Nederland”,”style”:”height:305px; width:563px”,”class”:”file-default media-element”}}]]
Samenwerken voor sterk beleid
Omdat de SDG’s zo’n brede agenda vormen, zijn diverse ministeries betrokken bij de uitvoering ervan. En omdat het leefomgevingsbeleid in Nederland op verschillende niveaus wordt uitgevoerd, hebben ook gemeenten, provincies en waterschappen hierin een verantwoordelijkheid. Het is daarbij belangrijk dat de samenhang tussen de verschillende doelstellingen niet uit het oog word verloren. Beleid voor landbouw, water, energie, klimaat en biodiversiteit is bijvoorbeeld sterk met elkaar verweven. Ook zal moeten worden voorkomen dat het halen van de SDG’s binnen Nederland leidt tot het verplaatsen van vervuilende productie naar het buitenland en zo tot milieuproblemen elders in de wereld.
Het is dus cruciaal is dat de overheid de onderlinge samenhang in het beleid bewaakt en zorg draagt voor het afstemmen van de diverse inspanningen en verantwoordelijkheden. Zowel van de betrokken ministeries als van de diverse bestuurslagen (lokaal, regionaal, nationaal) en richting het buitenland. Immers, in tegenstelling tot de MDG’s, zijn de SDG’s een rijksbrede verantwoordelijkheid.
Dit blog is gebaseerd op de recent verschenen PBL-studie ‘Sustainable Development Goals in Nederland: Bouwstenen voor leefomgevingsbeleid voor 2030’.