Vandaag bestaat Wilde Ganzen zestig jaar. Wat begon met een inzamelingsactie die 167 gulden opleverde, is uitgegroeid tot een organisatie die in totaal meer dan 140 miljoen euro heeft bijgedragen aan armoedebestrijding.
Op 30 juni 1957 werd Wilde Ganzen opgericht om armoede wereldwijd te bestrijden. De stichting steunt kleinschalige projecten in ontwikkelingslanden met kennis, ervaring en financiële steun. Al deze projecten worden uitgevoerd door bevlogen Nederlanders, samen met lokale mensen in landen in Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Midden- en Zuid-Amerika. + logo WG
Voor de Nederlandse Marre Adu Ampong mondde een afstudeerstage in Ghana uit in een huwelijk en een innige band met de Ghanese stad Kumasi. “Tijdens mijn stage zag ik vaak jonge meiden die uit het arme noorden van het land naar de grote stad komen om geld te verdienen. Helaas belanden ze vaak op straat, in gevaarlijke en schrijnende omstandigheden.” Ze vond de Ghanese organisatie Street Children Project en besloot die met haar in Nederland opgerichte stichting Adamfo Ghana te te steunen.
Medewerkers van Wilde Ganzen zien, net als in het geval van Marre, vaak dat Nederlanders die in het buitenland in aanraking zijn gekomen met armoede ‘iets’ willen doen. De organisatie steunt daarom deze kleinschalige projecten in ontwikkelingslanden.
Het succes van een project valt of staat met de betrokkenheid vanuit het land zelf
“Mensen die met zo’n project bij ons komen moeten wel een partnerorganisatie hebben in het land waarin ze werken”, legt beleidsmedewerker Fabio Poelhekke van Wilde Ganzen uit. “Wij hebben geleerd dat het succes en de duurzaamheid van een project valt of staat met de betrokkenheid vanuit het land zelf. Als het daar geen prioriteit heeft, is het tot mislukking gedoemd.”
Marre Adu Ampong in Ghana. Foto: Marre Adu Ampong
Intensieve adviesfunctie
“Onderwijs en gezondheidszorg zijn met stip de sectoren waarin de meeste particuliere initiatieven werken en werkten”, vertelt Poelhekke. “Op dat gebied is er in zestig jaar tijd weinig veranderd: dit waren vroeger en zijn nu nog steeds de belangrijkste thema’s.” Wat wel is veranderd in die zestig jaar is de rol van Wilde Ganzen. Poelhekke: “De laatste jaren geven we intensiever advies aan mensen die een project willen starten. We gaan met ze in gesprek, geven praktische tips en delen onze ervaring om er een duurzaam en financieel haalbaal project van te maken.”
De projecten zelf veranderen ook. Zo komen er steeds meer aanvragen voor digitaal onderwijs. Ook ziet Poelhekke een stijging in het aantal projecten dat iets met zonne-energie wil doen. “Bijvoorbeeld voor een bevallingskliniek waar de belangrijkste basisvoorzieningen al goed voor elkaar zijn. Met behulp van zonne-energie kan er nu ook ‘s avonds gewerkt worden. Op die manier kan de kliniek langer open blijven, en worden er meer mensen geholpen.”
Change the Game
Poelhekke: “Er is natuurlijk ook in de wereld een boel veranderd in de laatste zestig jaar. Zo is de verdeling van rijkdom veranderd. Daar willen wij als organisatie op inspelen.” In lage en middeninkomenslanden is een middenklasse ontstaan die bij kan dragen aan de projecten daar. Wilde Ganzen stimuleert lokale organisaties dan ook om in eigen land fondsen te werven. Om ze daarbij te helpen is het Change the Game-programma ontwikkeld, met als doel dat men op termijn minder afhankelijk wordt van geld uit het buitenland.
Zo effectief mogelijk
Zestig jaar na de oprichting van Wilde Ganzen zijn er ruim 11.000 projecten ondersteund. Het afgelopen jaar hielp Wilde Ganzen bij 245 projecten op het gebied van onderwijs, werk en inkomen, gezondheidszorg, water en sanitatie. “We zijn bezig om ons om verder te ontwikkelen als dienstverlener aan de zeer diverse groep van mensen in Nederland die actief lokale scholen, klinieken, vrouwengroepen en dorpsgemeenschappen in ontwikkelingslanden willen steunen”, aldus Poelhekke. “Wij helpen deze mensen en hun lokale partners hun project zo gemakkelijk en effectief mogelijk uit te voeren.”
Door een meisje op te leiden, kan zij een vak uitoefenen en geld verdienen
Marre Adu Ampong heeft ondertussen samen met het Street Children Project een vakopleiding opgezet waarmee meisjes in Ghana weer een toekomst voor zichzelf kunnen opbouwen. “Door een meisje op te leiden tot kapster of kledingmaakster, kan zij een vak uitoefenen en geld verdienen. Dat geld is niet alleen voor haarzelf, maar wordt ook gebruikt om jongere broertjes en zusjes naar school te laten gaan. Wat wij doen moet je zien als een druppel in een plas water: de effecten breiden zich steeds verder uit.”